De centrale taak van het beheer van de legperiode is het creëren van geschikte en hygiënische omgevingsomstandigheden voor de kippen, het volledig spelen van hun genetisch potentieel, het bereiken van het doel van een hoge en stabiele opbrengst, het verminderen van het sterftecijfer en het eibreekpercentage van de kippen, het besparen van voer zoveel mogelijk, en het maximaliseren van de economische voordelen van het leggen van kippen.